Investeringsplan 2018 - 2021

Algemeen

De investeringen die de gemeente Leidschendam-Voorburg de komende jaren wil doen, staan opgenomen in het investeringsplan 2018 - 2021. In het investeringsplan staan zowel de vervangingsinvesteringen als de nieuwe investeringen. Per programma is een gedetailleerd overzicht opgenomen over de geplande investeringen. Het investeringsplan heeft voor wat de investeringsuitgaven 2018 betreft een omvang van circa € 37,2 miljoen. Het totale investeringsvolume van alle investeringen geeft voor de komende jaren het volgende beeld:

Onderwerpen

Programma	Uitgaven 2018	Inkomsten 2018	Uitgaven 2019	Inkomsten 2019	Uitgaven 2020	Inkomsten 2020	Uitgaven 2021	Inkomsten 2021
0. Bestuur en ondersteuning	2.143	0	638	0	1.630	0	1.982	0
1. Veiligheid	50	0	0	0	25	0	0	0
2. Verkeer en vervoer	12.129	1.474	8.983	1.467	3.673	383	1.670	0
3. Economie	0	0	0	0	0	0	0	0
4. Onderwijs	9.080	0	11.419	0	10.230	0	1.875	0
5. Sport, cultuur en recreatie	3.914	717	3.403	0	943	0	420	0
6. Sociaal domein	176	0	150	75	0	0	0	0
7. Volksgezondheid en milieu	8.139	0	3.315	0	2.865	0	2.865	0
8. VHROSV	1.599	0	0	0	0	0	0	0
Investeringsvolume	37.228	2.191	27.907	1.542	19.365	383	8.812	0
Bedragen x € 1.000

In de kolom uitgaven staan de totale bruto-investeringen opgesomd. Hierbij is geen rekening gehouden met dekking uit eventuele reserve of dekking van de investeringen uit tarieven. In de kolom inkomsten worden bijdragen van derden vermeld.

Het bedrag aan investeringen van € 37,2 miljoen wordt vooral bepaald door project 'Bereikbaarheid Stompwijk' (€ 6,8 mln.), het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs 2015-2019 (€ 6,7 mln.), diverse rioleringsprojecten (€ 7,8 mln.), de uitvoering van het verkeers- en vervoersplan (€ 2,9 mln.), project Rietvink (€ 1,6 mln.) en het Kulturhus (€ 2,4 mln.).

Hier tegenover staat dat voor project 'Bereikbaarheid Stompwijk' (€ 0,5 mln.), de uitvoering van het verkeers- en vervoersplan (€ 0,9 mln.) en de uitvoering van projecten uit het waterplan (€ 0,5 mln.) bijdragen van derden ontvangen worden.

Investeringsplan 2018 - 2021
Berekening kapitaallasten
Als gevolg van de investeringen ontstaan er kapitaallasten. Voor de afschrijvingscomponent wordt de annuïtaire afschrijvingsmethode toegepast. De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de in de nota activabeleid opgenomen tabel met afschrijvingstermijnen. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd. Met afschrijven wordt gestart in het jaar na ingebruikname van de investering.
Met ingang van 2018 is het rente-omslagpercentage naar boven bijgesteld van 1,35% naar 1,5 %. Dit naar aanleiding van de rentenotitie van de commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). Hierin wordt onder andere gesteld dat de rente die aan de investeringen wordt toegerekend gebaseerd moet zijn op de werkelijk betaalde rente en dat de eventueel aan de eigen financieringsmiddelen toegerekende rente marktconform moet zijn.
Vanwege de hogere rente zijn de annuïteiten van de kapitaallasten aangepast. Door de annuïtaire berekening van de kapitaallasten wijzigt de samenstelling van de annuïteit. De rentecomponent stijgt en de afschrijvingscomponent daalt.